vrijdag 10 augustus 2007

Blauw

Krijn hier.
Ik heb nu even een half uurtje pauze genomen van het schrijven omdat ik zo'n pijn in mijn rechterarm begon te krijgen. Ik hoop niet dat het RSI is. In dat geval kan ik in mijn pauze maar beter niet aan mijn blog werken...
Maar ik wil gewoon even het een en ander kwijt. Ik voel me even niet zo heel blij. Ik heb net een knallende ruzie met mijn ouders gehad. Ze zeggen dat ik mijn leven zit te verkwisten en dat ik een studie moet kiezen omdat het anders nooit wat met me wordt. Ze zeggen dat ik niet voldoende talent heb om een schrijver te worden. Ik vergelijk mijn vader graag met Arend Barend Dreverhaven uit 'Karakter', je weet wel, die vent van: "Voor negen tiende knijp ik hem fijn, en die tiende die ik hem laat zal hem sterker maken!" Ze zullen het wel goed bedoelen, maar op het moment wil ik gewoon even met rust worden gelaten.
Het lijkt er wel op dat ik in mijn eentje naar de prijsuitreiking van die schrijfwedstrijd vanavond zal moeten gaan. Normaal gaat er wel iemand mee, maar ik vind niet dat de mensen in mijn omgeving mij voldoende motiveren in mijn ambitie. Ik denk dat ik maar even binnen moet blijven. Op het moment wil ik niemand zien.

Maar voordat ik mij verlies in geneuzel, hier is nog een voorproefje van mijn postapocalyptische thriller, 32 Juli. Ik zit nu al op 75 computerbladzijden!

De kapel van Nieuwropea was sober en klein. In het midden stonden enkele houten banken en vooraan was een altaartje waarop enkele kaarsen brandden. Na de Verandering waren er zoveel verschillende groepen overlevenden bijeen gekomen, die allemaal in een andere God geloofden, dat men had besloten het polytheïstisch systeem weer uit de kast te halen. Nu mocht iedereen geloven wat hij wilde, zolang men maar niet begon te verkondigen dat de aarde plat was of dat de Joden Jezus hadden vermoord. Alle Nieuwropeanen waren welkom in de kapel, en ze konden bidden tot wie ze maar wilden, of dat nou God, Allah, Jahweh, Jezus, Zeus, Boeddha, of de grote dikke Oerworm was. In de praktijk maakten echter maar weinig mensen van deze faciliteit gebruik. Als er al iemand langs kwam was het om naar de glas in loodramen te kijken, die naar het scheen vrij uniek waren, aangezien al het andere glas in lood bij de Verandering was gebarsten.
Zoals gewoonlijk zat Hogepriester Plaster in zijn eentje te bidden. Plaster was een lange kale man van moeilijk bepaalbare leeftijd. Hij was op een dag, al meer dan dertig jaar geleden, uit de woestijn komen aanlopen en sindsdien was hij niet meer uit Nieuwropea weg te slaan. Hij propageerde geen godsdienst in het bijzonder, maar was wel bijzonder fundamenteel in zijn opvattingen. Zo bleef hij de hele zondag op bed liggen, en was hij tegen abortus (wat in de Nieuwropese samenleving door steniging van de foetus gebeurde), euthanasie (wat in de Nieuwropese samenleving door steniging van de aanvrager gebeurde) en elke vorm van groente. Geruchten gingen dat hij een tijdlang in Awarika had gepredikt, dit zonder succes. De Awarkanen deden evenmin aan Goden als de Nieuwropeanen, misschien nog minder. Ze waren alleen geïnteresseerd in religie als ze het konden gebruiken er om andere volken op aan te vallen. Kort na de Verandering waren de missionarissen, waaronder de christenen en de jezuïeten, het land binnengevallen, en zij hadden met slogans als ‘Góed gelovig!’ en ‘De grote Oerworm komt naar je toe deze zomer!’, geprobeerd de Awarkanen goedschiks of kwaadschiks geloof bij te brengen. De Awarkanen hadden hier de grap niet zo van in gezien, en onder Mastertons regime waren alle christenen voor de leeuwen geworpen.
De hogepriester ging zo op in zijn gebeden dat hij de tovenaars niet hoorde binnenkomen. Hij mompelde enkele onverstaanbare zinnen, en net wanneer het leek dat hij uitgebeden was kwam er weer een heel nieuw onverwacht gebed achteraan. Tenslotte kuchte Hiran maar.
“Wie is er in godsnaam…?”, schrok de hogepriester, “Oh, hallo Hiran en Adrian. Hoe gaat het jullie in ’s levens?”
“Zijn gangetje”, zei Adrian, “We ontwikkelen nog steeds onze magie.”
“Maar weet je dan niet dat magie het speelgoed van de duivel is?”, zei de hogepriester ernstig.
“Wij komen hier voor iets anders”, zei Hiran, “Ik hoor stemmen in mijn hoofd. Weet u wat dit kan betekenen?”
“Dat is één van de zeven tekenen van de duivelsbezetting!”, riep de hogepriester verschrikt, “Ik moet een exorcist naar Nieuwropea halen!”
“En de andere zeven tekenen dan?”, zei Hiran verongelijkt.
“Een droge keel? Regelmatige hoestbuien? Voetschimmel?”
“Oh nee!”, riep Adrian.


Zoals je ziet geef ik ook mijn mening over enige hete hangijzers, zoals religie en het recht op zelfbeschikking. Ik vind het belangrijk om ook wat diepere lagen in mijn werk aan te brengen, niet alleen verwijzingen maar ook bespiegelingen. Ik wil met mijn boek eigenlijk onze maatschappij een spiegel voorhouden. En daarnaast een spannende thriller vertellen.
Ik heb er alle vertrouwen in dat het wel goed komt met mij! Nu de mensen om mij heen nog...
Krijn uit!

6 opmerkingen:

Anoniem zei

Teh sucksorz!!!!!!!111!!!!!1

Onno Uierdokter zei

Hahahahaha.

Anoniem zei

You´ve got some nerve...

Krijn K. zei

Ik wil niet dat jullie mijn blog gebruiken als forum voor jullie onzinnige gesprekken. Hou daarmee op of ik ga reacties verwijderen!

Anoniem zei

Hey Krijn, ik heb dit blog doorgekregen van mijn oom, Jan Zolderkamer, een beetje een randfiguuf, maar hij zei dat ik eens moest gaan kijken. Ik moet zeggen dat ik het zeer gedurfd vind om een post-apocalyptische roman als kolder weer te geven. Dit is toch je bedoeling neem ik aan? Ik weet niet of het aanslaat maar het getuigt van ballen.

Krijn K. zei

Hoe bedoel je 'kolder'? De kern van mijn verhaal is natuurlijk wel serieus. Er zit hier en daar wel wat humor in, maar ik weet niet precies waar je op doelt...